De Leeuw  / Brouwerij Haacht Nederland, de Belgische familiebrouwerij die in Nederland opereert onder de naam Bierbrouwerij de Leeuw, komt met een reeks verregaande ondersteuningsmaatregelen voor haar Nederlandse horecapartners die de producten van Brouwerij Haacht in het assortiment hebben en sterk geraakt zijn door de coronacrisis. Brouwerij Haacht is in Nederland onder meer bekend door zijn merk Leeuw Bier en zijn Belgische bier Primus.

De brouwerij treft twee maatregelen om partners tegemoet te komen nu ze hun bedrijven noodgedwongen tot en met 28 april moeten dichthouden. Ten eerste hoeven horecaondernemers die huren van de brouwerij over de periode van 16 maart tot en met 28 april geen huurpenningen te betalen. Deze worden volledig kwijtgescholden. Eerder kondigde de brouwerij al aan dat dit zou gelden tot 6 april, maar in het licht van de verlengde maatregelen is deze periode verlengd. Zelf betaalt de brouwerij de maandelijks door de brouwerij verschuldigde huurpenningen aan pandeigenaren overigens wel door. Ten tweede voorziet de brouwerij in een verruiming van de betalingstermijnen voor facturen vanaf 9 maart 2020. Deze maatregelen betreffen een uitbreiding van de maatregelen die bij het sluiten van de horeca reeds bekend werden gemaakt.

“Met deze unieke maatregelen willen we onze horecaondernemers nadrukkelijk financieel ondersteunen en daarnaast een hart onder de riem steken. Voor ons als echte familiebrouwerij zijn persoonlijk contact en empathie cruciaal”, zegt Ernst Enter van de Leeuw / Brouwerij Haacht Nederland. “Dit is dan ook ons signaal aan onze relaties om aan te geven dat wij bij uitstek een horecabrouwerij zijn die aan de lange termijn denkt. Juist ook nu willen wij er voor onze horecarelaties zijn. We onderschrijven dan ook de visie van de Nederlandse overheid en Koninklijke Horeca Nederland dat alle schakels in de keten hun deel van de pijn op zich moeten nemen. Wij doen hiermee ook een beroep op andere ketenpartijen, met name ook de pandeigenaren, om solidair te zijn met elkaar en daar waar mogelijk elkaar blijvend te steunen.”