De monniken van abdij Maria Toevlucht in Zundert vragen aan het Generaal Kapittel van hun kloosterorde om toestemming om de abdij op te heffen. Na het wegvallen van drie medebroeders in 2024 hebben er langdurige en intensieve gesprekken plaatsgevonden over de toekomst van het Trappistenleven in Zundert. Gaandeweg is de conclusie getrokken dat het met de beperkte bezetting niet langer mogelijk en verantwoord is om een vitaal en houdbaar kloosterleven voort te zetten. Als het Generaal Kapittel instemt met de opheffing, stopt het monastieke leven in de abdij van Zundert. Er moet ook een besluit worden genomen over de toekomst van de bierbrouwerij die aan de abdij verbonden is; een brouwerij kan alleen de merknaam Trappistenbier voeren wanneer het onderdeel uitmaakt van een actieve abdij van de orde.

Abt Guido Van Belle noemt het een “heel pijnlijk maar ook onvermijdelijk besluit” om na 125 jaar Trappistenleven in Zundert een punt te zetten achter de monastieke gemeenschap in de Brabantse gemeente. “Wij zijn monnik geworden om een leven van gebed te leiden, niet om gebouwen te beheren”, aldus abt Guido. “Na het wegvallen van drie medebroeders in 2024, om verschillende redenen, bleef er nog een gemeenschap van zes monniken over. Dat was de aanleiding om intern het gesprek aan te gaan over toekomstscenario’s. In eerste instantie is nog gedacht aan een doorstart in een kleiner deel van het abdijcomplex. In onze gesprekken groeide het besef dat het niet langer verantwoord zou zijn om nog door te blijven gaan alsof er niets aan de hand was. Wij zijn nu nog vitaal en kunnen een actieve bijdrage leveren aan het gemeenschapsleven in een ander klooster. Het alternatief is dat we de komende tijd steeds meer een wegkwijnende communiteit worden. Door voor voltooiing te kiezen, kunnen we op een fatsoenlijke manier alles afronden en de deur met een opgeheven hoofd achter ons dicht trekken.”

Kapittel

Het formele besluit om een abdij op te heffen, ligt bij het Generaal Kapittel van de orde dat eens in de drie jaar samenkomt en waar alle hoge oversten van de Trappisten aan deelnemen. Het volgende kapittel vindt plaats van 3 tot 23 september 2025. Naar verwachting zal het kapittel instemmen met het verzoek om de abdij op te heffen. Wanneer er groen licht komt, zal de opheffing waarschijnlijk kort na het Generaal Kapittel plaatsvinden. Dat betekent dat de komende maanden worden gebruikt om de definitieve sluiting voor te bereiden. Zo zullen alle monniken na moeten denken over hun persoonlijke toekomst, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij een andere abdij. Het opheffen van de abdij zal ook personele consequenties hebben voor de medewerkers. Daarnaast moet een besluit worden genomen over de toekomst van de bierbrouwerij die aan de abdij verbonden is; een brouwerij kan alleen de merknaam Trappistenbier voeren wanneer het onderdeel uitmaakt van een actieve abdij van de orde. Ook zal het vanaf 1 september niet meer mogelijk zijn om gasten te ontvangen in het gastenhuis van de abdij.

De komende tijd zal meer duidelijkheid komen over de wijze waarop de voltooiing van de abdij van Zundert gestalte zal krijgen, inclusief de praktische consequenties voor medewerkers, vrijwilligers, gasten en andere betrokkenen van de abdij. Het proces rond de opheffing wordt begeleid door een speciale commissie, waar abt Van Belle ook lid en de abt van abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven (Berkel-Enschot) voorzitter van is.

125-jarig jubileum met een rouwrandje

Abt Guido Van Belle: “We hebben op 24 mei een feestelijke bijeenkomst voorzien waarin wij met medezusters en medebroeders uit Nederland en Vlaanderen en andere speciale genodigden stil staan bij ons 125-jarig bestaan. Die bijeenkomst krijgt nu een verdrietig randje omdat het ook het einde van ons monastieke leven in Zundert inluidt. Wij realiseren ons dat ons besluit impact zal hebben op andere kloosters. Overal staat het kloosterleven onder druk, door onder meer vergrijzing en de schaarste aan nieuwe kandidaten. Daarom wordt in veel kloosters nagedacht over mogelijkheden voor revitalisering of samenwerking met andere kloosters. In sommige gevallen zal ook de optie van sluiting aan de orde komen. Dat is niet nieuw voor onze tijd. Groei en krimp zijn twee constanten in de lange geschiedenis van het monastieke leven in Europa. We bevinden ons nu in guur weer maar het is niet gezegd dat dat het definitieve einde zal betekenen van gemeenschappen waarin zusters en broeders samenwonen om voor Gods aanschijn een leven van stilte en gebed te leiden.”